Skip to content

Het bedrijf werd opgericht in 1903 door de heer F.X.J.J.G.N. de Bruijn (1874-1943), de zoon van de Koninklijke Spiegel- en Meubelfabrikant F. de Bruijn & Zoon uit Arnhem. De gespecialiseerde houthandel was met zijn kantoor, de fineerzalen, de magazijnen en de houtwerf gevestigd aan het Westeinde 33 te ‘s-Gravenhage. De fineerzalen, de magazijnen en de houtwerf liepen door tot aan de Vleerstraat en de Zuilingstraat achter het Westeinde. Hier werd gelost en geladen. Het bedrijf importeerde en exporteerde een groot assortiment europese en uitheemse fineeren en fijne (hard)houtsoorten voor meubelmakerijen, de meubelindustrie, bedrijven gespecialiseerd in scheeps- en interieurbetimmeringen en de scheepsbouw. De bedrijfsnaam werd voor de Franse markt veranderd in de Bruyn. Er werd veel uit Frankrijk geïmporteerd. Frankrijk was het walhalla voor de fineer- en fijnhouthandel. Frans de Bruijn sr. had o.a. als stagiaire in de jaren 1898 en 1899 in Parijs het meubel- en spiegelvak geleerd omdat hij zijn vader in het familie bedrijf in Arnhem zou opvolgen. Daar kreeg hij ook te maken met het fineer- en fijnhoutvak en startte uiteindelijk zijn houthandel in ‘s-Gravenhage.

Al in 1928 deed Frans de Bruijn sr. zaken met van der Heem & Bloemsma dat in de Sibergstraat 7 zelf begonnen was met de productie van kasten. Voor die tijd leverde F. de Bruyn al fineer en fijnhout aan de firma H.P. Mutters & Zoon die tot 1928 de kasten voor van der Heem & Bloemsma maakte. Vanaf 1929 vond de productie van de kasten plaats in de Stortebekerstaat 177 en vanaf 1939 werd de productie voortgezet op de Maanweg. De houthandel de Bruyn leverde aan alle grote meubelfabrieken in Nederland, België, Duitsland, Zwitserland en Italië. Zo was ook de Haagsche meubelfabrikant de firma H. Pander & Zonen een grote afnemer. De scheepswerven, de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (Rotterdam), Wilton Fijenoord (Schiedam), Verolme (Heusden), de Schelde (Vlissingen), de NDSM (Amsterdam) en van der Giessen de Noord (Krimpen aan de IJssel) behoorden in de vijftiger en zestiger jaren tot de vaste afnemers van de Bruyn. De grote passagiersschepen zoals de Nieuw Amsterdam (1937), de Willem Ruys (1950), de Rotterdam (1958) en de Statendam (1957) werden uitgevoerd met Europese en uitheemse houtsoorten die door F. de Bruyn geleverd werden.

In 1957 werd in Dordrecht aan de Kilkade, de spaanderplatenfabriek Efdebe NV. geopend. De bedrijfsnaam Efdebe stond voor FdB de eerste letters van Fon en Frans de Bruijn. Het was een van de eerste spaanderplaten fabrieken in Europa er werd gewerkt volgens het Ir. Kreibaum-principe. De spaanderplaten, die ook met (luxe) fineer konden worden voorzien, werden gebruikt in de meubelindustrie, de scheepsbouw en de woningbouw. De Efdebe werd in 1977 verkocht aan de Bruynzeel NV te Zaandam.

Toen Frans de Bruijn sr. in 1943 kwam te overlijden werd het bedrijf voortgezet door zijn zonen A.F.M de Bruijn (1909-1972) en F.X.B.M de Bruijn (1913-1989). Zowel Fon de Bruijn als Frans de Bruijn jr. hadden, net als hun vader, na hun middelbare schoolopleiding middels stages in het buitenland (Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en België) het fineer- en fijnhoutvak geleerd. Een hogeschool om dit specialistisch vak te leren, bestond in die tijd niet. Fon de Bruijn, die ook 1e Luitenant der Infanterie was, trouwde in 1932 met A.M.B.P. Verberne, de dochter van J.P.J. Verberne de Generaal-Majoor b.d. der Infanterie. Zowel P.H.J. van der Heem (Majoor der Infanterie), L.W. van der Heem (1e Luitenant der Infanterie) als L.J. Bloemsma (Reserve Kapitein der Genie) waren militaire officieren en goede bekenden van J.P.J. Verberne. Frans de Bruijn jr. ,die in de tweede Wereld Oorlog als officier in het Amerikaanse Leger zat, was weer goed bevriend met J. van der Heem. Door deze vroege relaties waren er tussen de families de Bruijn, Verberne en van der Heem hechte banden, zowel zakelijk als privé. In de vijftiger en zestiger jaren trad de derde generatie de Bruijn aan want drie zonen van A.F.M. de Bruijn kwamen ook in het bedrijf en wel F.A.M. de Bruijn, B.A.J.M. de Bruijn en A.F.M. de Bruijn jr. Ook zij kregen zoals gebruikelijk hun opleiding eerst bij grote fineer snijderijen in het buitenland. In 1980 werd F. de Bruyn Fineer- en Fijnhouthandel BV. door de familie aan een Kampense houthandelaar verkocht.

Back To Top
Zoeken